Wat betekent nap in Engels?

Wat is de betekenis van het woord nap in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van nap in Engels.

Het woord nap in Engels betekent dutje, tukje, dutten, dommelen, vleug, nap, snooze, sleep, slumber, have nap, take a nap. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord nap

dutje, tukje

noun (sleep)

Erin felt refreshed after her nap.

dutten, dommelen

intransitive verb (sleep)

Fred napped after work.

vleug

noun (short fibres) (van weefsel)

Shaun has brushed the nap of the velvet up.

nap, snooze

(dutje)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

sleep, slumber

(in slaaptoestand zijn)

(intransitive verb: Verb not taking a direct object--for example, "She jokes." "He has arrived.")

have nap, take a nap

(informeel (kort slapen)

(verbal expression: Phrase with special meaning functioning as verb--for example, "put their heads together," "come to an end.")

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van nap in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.