Wat betekent cuidado in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord cuidado in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cuidado in Spaans.

Het woord cuidado in Spaans betekent zorg, zorg, verantwoordelijkheid, verpleging, verzorging, zorg, bezinning, bezonnenheid, verfijnd, onderhoud, voorzichtigheid, zorg, zorgvuldigheid, nauwgezetheid, behoedzaamheid, bewaring, voorzichtigheid, oplettendheid, onderhoud, behoedzaamheid, vlot, scherp, toezicht, attentie, verplegen, op iemand passen, verzorgen, invallen, letten op, oppassen, de wacht houden over, letten op, passen op, verzorgen, zorgeloos, onbekommerd, pas op!, voorzichtig!, kijk uit!, slordig, slonzig, wees voorzichtig, tuinieren, kinderopvang, kinderverzorging, moederen, huidverzorging, ouderenzorg, nazorg, pleegzorg, opletten, oppassen, uitkijken, oppassen voor, uitkijken voor, behoedzaam wegnemen, behoedzaam uitdoen, pas op! wees voorzichtig!, oppassen, oppassen voor, nalatig, slordig, oppassen, opletten, voorzichtig zijn, laveren, oppassen voor. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord cuidado

zorg

Manéjalo con cuidado.
Behandel met zorg!

zorg, verantwoordelijkheid

(cuidado)

El tío tenía la guarda de los chicos cuando los padres estaban enfermos.

verpleging, verzorging, zorg

nombre masculino

El cuidado de otros venía a Tom naturalmente, solía rescatar pájaros heridos cuando era niño.

bezinning, bezonnenheid

El chef puso el soufflé sobre el mesón con mucho cuidado.

verfijnd

Sus cenas siempre eran muy cuidadas, con servilletas de seda y cubiertos de plata.

onderhoud

nombre masculino

La sirvienta estaba a cargo del cuidado de la casa.

voorzichtigheid, zorg, zorgvuldigheid, nauwgezetheid, behoedzaamheid

Ella levantó el pájaro herido con mucho cuidado.

bewaring

voorzichtigheid, oplettendheid

Ten una precaución extrema cuando vayas a cruzar una calle muy concurrida.

onderhoud

El personal de conserjería está a cargo del mantenimiento del edificio.

behoedzaamheid

vlot, scherp

Su nuevo estilo elegante incluía un corte de pelo y un traje italiano.

toezicht

Necesitamos supervisión para el baile del colegio.

attentie

La consideración de la comunidad cuando mi padre estuvo enfermo fue muy conmovedora.

verplegen

verbo transitivo

Ella pudo cuidar el ave hasta que se repuso.

op iemand passen

Los hermanos de Jimmy lo han cuidado desde que murieron sus padres.

verzorgen

El pastor cuida sus ovejas.

invallen

¿Puedes cuidar el negocio por diez minutos mientras hago unos mandados?

letten op

verbo transitivo (poner atención a)

Cuida tus modales cuando vayas a la cena.

oppassen

verbo transitivo

Los Brown pidieron a Julie que cuidase de su hijo.

de wacht houden over

Los socorristas vigilan la playa. Hay un miembro del plantel médico vigilando al paciente a toda hora.

letten op, passen op

¿Quién va a cuidar de los niños cuando estemos lejos?

verzorgen

¿Podrías cuidar de mis peces mientras estoy de viaje?

zorgeloos, onbekommerd

Descuidadamente ignoró el límite de velocidad y lo pagó caro.

pas op!, voorzichtig!, kijk uit!

(coloquial)

¡Ojo! Esa araña podría ser venenosa.

slordig, slonzig

wees voorzichtig

Ten la precaución de cerrar con llave cuando salgas.

tuinieren

El cuidado de un jardín es una actividad para grandes y chicos.

kinderopvang, kinderverzorging

Los padres que trabajan necesitan de un buen cuidado infantil para sus hijos.

moederen

Todos los huérfanos disfrutaban del cuidado maternal de las monjas.

huidverzorging

A muchos hombres no les preocupa el cuidado de la piel.

ouderenzorg

nazorg

(médico)

pleegzorg

La mayoría de los chicos que crecen con acogidas temporales van pasando de una familia a otra.

opletten, oppassen, uitkijken

locución verbal

Debes tener cuidado al cruzar la calle en hora punta.

oppassen voor, uitkijken voor

Mantenete alerta por si hay carteristas cuando estés en una multitud.

behoedzaam wegnemen, behoedzaam uitdoen

locución verbal

Doris sacó con cuidado el corcho de la botella de vino.

pas op! wees voorzichtig!

¡Ojo! La calle está muy resbaladiza por la lluvia.

oppassen

Ahora que su hija mayor tiene 14, Juan la usa para el cuidado de los niños.

oppassen voor

Ten cuidado con los cristales rotos que hay en la acera.

nalatig, slordig

John comete muchos errores por descuido en el trabajo porque se distrae a menudo.

oppassen, opletten

¡Ojo con el pastel, no lo vayas a tirar!

voorzichtig zijn

locución verbal

Por favor, ten cuidado cuando cruces la calle.

laveren

locución verbal

Se movió con cuidado a través de la numerosa multitud.

oppassen voor

Presta atención a los escalones resbaladizos.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van cuidado in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.