Wat betekent baño in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord baño in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van baño in Spaans.

Het woord baño in Spaans betekent met een laag bedekken, bedekken, besprenkelen, baden, doordrenken, doorweken, spoelen, kletsnat maken, overgieten, wassen, bedekken, fineren, fourneren, plateren, bedekken, besmeren, besmeuren, badkamer, toilet, plee, wassen, wc, toilet, toilet, bad, baden, glazuurlaag, toilet op een schip, bedekking, laag, fineer, glazuur, suikerglazuur, damestoilet, zwemmen, crèmelaag, plee, wc, toilet, wassen, vergulden, vergulden, bedruipen, met suiker bedekken, beladen met, bedelven onder. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord baño

met een laag bedekken

(comida)

Puedes usar miel para bañar el pastel.

bedekken, besprenkelen

(figurado)

En la foto se veían los novios bañados con confeti.

baden

La cálida luz del sol inundaba la habitación.

doordrenken, doorweken

La olla de sopa se cayó de la mesada y bañó a las dos mujeres.

spoelen

verbo transitivo (figurado)

El mar Mediterráneo baña las costas del sur de Francia.

kletsnat maken, overgieten

El agua de la catarata empapó a los turistas.

wassen

bedekken

fineren, fourneren

El carpintero revistió la mesa.

plateren

El adorno estaba chapado en oro.

bedekken, besmeren, besmeuren

Sally embadurnó de salsa la pechuga de pollo.

badkamer

Tina va al baño en cuanto se despierta.

toilet

Estaban limpiando el baño así que no pudimos usarlo.

plee

(informeel)

El baño está al final del pasillo, la tercera puerta a tu izquierda.

wassen

nombre masculino

wc

(AmL)

toilet

nombre masculino

toilet

He bebido tanta agua que necesito ir al baño urgentemente.

bad

nombre masculino

Amy se sintió mucho mejor tras un baño caliente.

baden

nombre masculino

glazuurlaag

Jim dio un baño a los rollos con un pincel.

toilet op een schip

nombre masculino

Ha ido al baño a orinar.

bedekking, laag

La píldora tiene una capa dulce y no es difícil de tragar.

fineer

El aparador tenía una capa de revestimiento.

glazuur, suikerglazuur

El pastel de cumpleaños tenía una gruesa capa de glaseado rosa.

damestoilet

(eufemismo)

Discúlpeme, ¿podría indicarme dónde se encuentran los tocadores?

zwemmen

(informal)

Yo me doy un chapuzón en el lago todas las mañanas.

crèmelaag

(taart)

Wendy se chupó el pegote de cobertura de los dedos.

plee

(coloquial) (informeel)

wc

toilet

¿Puede indicarme el baño público, por favor?

wassen

John bañó con cuidado al bebé en el fregadero.

vergulden

Cuidadosamente, el artista doró el borde del florero.

vergulden

El broche es de plata y lo doraron.

bedruipen

(gastronomie)

met suiker bedekken

locución verbal

beladen met, bedelven onder

(figuurlijk)

Las críticas cubrieron de elogios al escritor después de la publicación de su primera novela.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van baño in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.