Wat betekent azul in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord azul in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van azul in Spaans.

Het woord azul in Spaans betekent blauw, blauw, blauwbloes, blauwe hemel, juut, smeris, bosbes, cyaan, veldbeemdgras, lupine, vleesvlieg, bromvlieg, aasvlieg, cyaan, lichtblauw, hemelblauw, hemelsblauw, aquamarijn, aquamarijn, zeegroen, hemelblauw, hemelsblauw, ultramarijn, lazuurblauw, blauweboorden-, blauwhemd, schimmelkaas, blauwe schimmelkaas, lichtblauw, ridder op het witte paard, marineblauw, marine, ultramarijn, lazuurblauw, kobaltblauw, bosbessen-, marineblauw, marine, saffierblauw, ultramarijn, saffierblauw, bosbeskleurig. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord azul

blauw

nombre masculino

Adoro el azul, es un color tan encantador.

blauw

adjetivo de una sola terminación

Mi auto no es rojo, es azul.

blauwbloes

nombre masculino (historia de los Estados Unidos) (Amerikaanse uniesoldaat)

En la Guerra de Secesión estadounidense los soldados norteños eran apodados "azules" o "panza azules" por el color de su uniforme.

blauwe hemel

(poético)

juut, smeris

(coloquial) (informeel)

bosbes

Sarah hizo un parfait de yogur con granola y arándanos.

cyaan

(color) (kleur)

veldbeemdgras

(plantenkunde)

lupine

(plantenkunde)

vleesvlieg

(Calliphora Vomitoria) (dierkunde)

bromvlieg, aasvlieg

cyaan

(color)

lichtblauw

El nuevo uniforme del equipo es celeste con una tira bordó.

hemelblauw, hemelsblauw

aquamarijn

(color) (kleur)

aquamarijn, zeegroen

(de color)

hemelblauw, hemelsblauw

ultramarijn, lazuurblauw

(kleur)

blauweboorden-

locución adjetiva (PR) (in samenstellingen)

Mi padre viene de una familia de cuello azul.

blauwhemd

locución nominal común en cuanto al género (Irlanda, política) (geschiedenis)

schimmelkaas, blauwe schimmelkaas

El Fourme d'Ambert es un queso azul de la region francesa de Auvergne. Hay muchos tipos de queso azul. Los más famosos son el Roquefort y el Stilton.

lichtblauw

¿Tienes esta camiseta en azul celeste?

ridder op het witte paard

(figurado) (figuurlijk)

marineblauw, marine

locución adjetiva

El traje viene en azul marino o negro.

ultramarijn, lazuurblauw

(kleur)

kobaltblauw

locución nominal masculina (color) (blauw pigment)

bosbessen-

(in samenstelling)

El helado de arándano es el favorito de Tod.

marineblauw, marine

Estaba usando pantalones azul marino con zapatos marrones.

saffierblauw

locución adjetiva (color)

El vestido está disponible en azul zafiro o morado.

ultramarijn

(blauw pigment)

saffierblauw

locución adjetiva (color)

El pequeño tenía el pelo rubio y los ojos de color azul zafiro.

bosbeskleurig

Ana se compró los zapatos azúl purpúreo que yo quería.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van azul in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.